Valse spintmijten lijken wat kleur betreft wel op gewone spintmijten. Op de rug hebben ze echter een uitgebreider donker vlekkenpatroon in vergelijking met de twee vlekken van de spintmijt. Ze zijn 0,3 mm groot en vrij plat. Door hun kleine formaat zijn ze slecht te zien met het blote oog. De eieren zijn ellipsvormig en oranjerood gekleurd. Ze zitten vaak langs de nerven en bij de aanhechting van de bladsteel aan de onderkant van het blad. Omdat de eitjes zo felgekleurd zijn kun je hieraan vaak deze plaag herkennen. Clusters zijn samengesteld uit eitjes van verschillende vrouwtjes. Pas uitgekomen larven hebben zes poten, zijn helder oranjerood en circa 0,14 mm lang. Volwassen mijten hebben acht poten, vier poten steken naar voren en vier poten steken naar achteren uit. Ze bewegen zich vrij langzaam. Bij de valse spintmijt bestaat de populatie voor meer dan 99% uit vrouwtjes en de voortplanting is ongeslachtelijk.

Schade en verspreiding Valse spintmijt

Zichtbare zuigschade treedt alleen op wanneer er grote aantallen mijten aanwezig zijn. Bij bladeren die door het aanzuigen van de cellen beschadigd zijn treedt als eerste vergeling op. Deze plekken worden na verloop van tijd bruin vanaf de nerven naar buiten toe. Vervolgens treedt bladval op. Bij grote bladeren is soms een craquelé effect zichtbaar als je het blad tegen het licht houdt. Een ander symptoom is misvorming van blad en vruchten. Bij aantasting in hagen is de schade waarneembaar als bruine, doffe plekken in de haag. De mijten kunnen ook virussen verspreiden.