Hoe herken je Lindebladluis

Lindebladluis komt alleen voor op lindebomen (Tilia). Het zijn peervormige, 2-3 mm grote luizen. Het volwassen vrouwtje is geel met zwarte strepen en de nimfen zijn groengeel met zwarte strepen. De antennen zijn zwart met gele strepen en bij de gevleugelde exemplaren hebben de vleugels zwarte vlekken aan de rand. Ze overwinteren als wintereitjes op de takken van de boom en in het voorjaar komen hieruit zogenaamde stammoeders die de eerste nimfen baren. Er zijn vier nimfenstadia voordat de bladluis volwassen is en weer opnieuw nimfen kan baren. Deze “zomercyclus” kan zich eindeloos herhalen. Hierdoor zitten de luizen vaak in grote aantallen op de onderkant van bladeren.. In de herfst worden er vrouwtjes én mannetjes gevormd en gaan de vrouwtjes na paring eitjes leggen die overwinteren.

Schade en verspreiding Lindebladluis

De luizen zitten bij voorkeur in grote aantallen op jonge scheuten en aan de onderkant van jonge bladeren. Vooral in het late voorjaar en in het begin van de zomer zijn de populaties het grootst omdat er dan veel jong, sappig blad aan de bomen zit waar de luizen zich aan tegoed doen. Ze produceren flinke hoeveelheden kleverige honingdauw waar later de zwarte roetdauwschimmel in kan gaan groeien. De bladeren worden dan ’vies zwart’ en dat hindert hun fotosynthese. De honingdauw druppelt van de bladeren af op straat, terras en geparkeerde auto’s. Dit levert voor bewoners overlast op.

  • Levenscyclus Lindebladluis

    overwintert op takken als winterei
    uit wintereitjes worden in het voorjaar stammoeders geboren
    stammoeders produceren 1e generatie bladluis
    meerdere ongeslachtelijke zomergeneraties volgen
    in najaar ontstaan mannetjes
    na paring leggen vrouwtjes nieuwe wintereitjes

  • Waardplanten Lindebladluis

    komt alleen voor op Linde (Tilia)

  • Lindebladluis

  • Jonge lindebladluis