Hoe herken je Konings dopluis

De koningsdopluis, Pulvinaria regalis, behoort tot de groep van wollige dopluizen. De vrouwtjes zijn ovaal en bol van vorm en bruin van kleur. De eitjes worden afgezet in witte wollige eizakken. In het late voorjaar of het begin van de zomer worden deze karakteristieke eimassa’s op de stam gevormd. In de loop van de zomer ontwikkelen zich de jonge dopluizen . Deze zogenaamde crawlers lopen naar de bladeren, waar ze zich nestelen en groeien tot in het najaar. In de herfst verhuizen ze, voor de bladval, naar de takken en later naar de stam van de bomen, alwaar ze overwinteren. In de winter voeden ze zich nauwelijks. Jonge stadia zitten, afhankelijk van het seizoen, op blad, bladsteel of tak. Volwassen stadia zitten op de stam.

Schade en verspreiding Konings dopluis

Het oorspronkelijk verspreidingsgebied van de plaag is waarschijnlijk Japan. In de zestiger jaren is de plaag voor het eerst in Europa waargenomen. In Frankrijk, België, Duitsland en Engeland is deze luis sindsdien aangetroffen. Het gebied, waarin de plaag wordt gevonden, breidt zich nog steeds uit. De dopluis wordt op verschillende plantensoorten waargenomen, maar komt het meest voor op kastanje- en lindebomen en steeds in stedelijke gebieden.

De schade is vooral cosmetisch schade. De dopluizen zuigen van de plantensappen. Bij een zware aantasting wordt er veel honingdauw geproduceerd die na verloop van tijd de bladeren zwart doet verkleuren. We noemen het dan roetdauw. De zwarte kleur wordt veroorzaakt door een schimmel die leeft van de honingdauw. De fotosynthese wordt hierdoor gehinderd.

  • Levenscyclus Konings dopluis

    1000 eitjes per vrouwtje
    jonge stadia lichtbruin, volwassen stadia rond
    vanaf juni / juli opvallende witte eimassa’s
    jonge stadia zitten op blad, bladsteel of tak
    volwassen stadia zitten op de stam

  • Waardplanten Konings dopluis

    esdoorn
    kastanje
    linde

  • Koningsdopluis