Volwassen Echinotripsen zijn ongeveer 1 - 1,5 mm groot. Het lichaam is donker gekleurd met lichtere bruinrode dwarsbanden. Vrouwtjes zijn iets groter dan mannetjes. Hun lichaam is slank. De vleugelbasis is puntig en wit van kleur. De rest van de vleugels is doorzichtig met een donkerder band in het midden. Poten zijn donker met een licht uiteinde. Eitjes worden in het plantenweefsel gelegd en zijn van buitenaf nauwelijks te zien. Larven zijn doorzichtig tot wit - geel. Poppen zijn wit en wat dikker dan de larven.

Schade en verspreiding Echinotrips

Echinotrips zit meestal op de bladeren en soms in bloemen of op vruchten. Ze hebben een voorkeur voor de onderkant van de bladeren, maar adulten zitten ook aan de bovenkant. De tripsen zitten bij voorkeur laag in het gewas. Verpopping vindt plaats op het blad. De tripsen prikken bladcellen aan en zuigen die leeg. Het resultaat zijn kleine en grotere grijzige vlekjes in het blad. Op het bladoppervlak laten ze ook kleine donkere druppeltjes uitwerpselen achter. Bij paprika kunnen ook de vruchten bedekt zijn met zilvergrijze vlekken.

De meeste schade van Echinotrips treedt op in de nazomer en het najaar.