Hoe herken je Aardappeltopluis

Aardappeltopluis is een vrij grote luizensoort (2,5 - 4 mm). Hij is vaak glimmend van kleur, meestal groen, soms roze of rood en heeft opvallend rode ogen. De poten, sifonen en cauda zijn lang. De sifonen hebben een donker uiteinde. De antennes zijn iets langer dan het lichaam (1,2 x lichaamslengte). De gevleugelde vorm is overwegend groen met lichte vleugels; geen vlekken op de rug. Jonge stadia zijn bedekt met een dunne lichte waslaag en hebben een donkere streep over hun rug. De bladluis zit vooral in de jonge gedeelten van de plant. In tomaat zitten ze juist vaak onderin op de bladeren, maar ook op de hoofdstengel.

Schade en verspreiding Aardappeltopluis

Aardappeltopluis komt in Nederland zowel in kassen als buiten voor. De luizen zitten vaak in groepen bij elkaar. Aardappeltopluis zuigt sappen van de plant, dit kan flinke schade geven. Jongere bladeren vervormen, groeien slecht uit en krullen in. De stengel kan gestoord worden in z’n groei. De bladluizen scheiden veel honingdauw uit wat schadelijk kan zijn als het bv. op vruchten terecht komt. Maar ook in sierteelt treedt schade op als gevolg van honingdauw zoals groeiremming en vervorming van knoppen. Aardappeltopluis kan diverse schadelijke virussen overbrengen. Aardappeltopluis is zeer beweeglijk en laat zich bij verstoring snel vallen. Passieve verspreiding over grotere afstand in kas of buiten kan via wind of gewasverzorgers plaatsvinden.

  • Levenscyclus Aardappeltopluis

    70 - 80 nakomelingen per vrouwtje
    ontwikkelingsduur 10 - 14 dagen
    meest parthenogenetische reproductie
    ongevleugelde en gevleugelde vorm
    meerdere generaties per jaar in de kas

  • Waardplanten Aardappeltopluis

    polyfaag
    vaak op planten van Solanaceae familie
    tomaat, aubergine, aardappel
    sla
    diverse siergewassen

  • Gevleugelde aardappeltopluis

  • Ongevleugelde aardappeltopluis